Rechters 13
QUESTION: Filistijnen en pre-incarnatie - 1ANSWER:Rechters 13 - Deel 1door pastor Nathan Shepherd (
Dive Chapel, Candle Key, Florida)
“Goedemorgen, allemaal. Welkom in de
Dive Chapel. We zijn bezig met het boek Rechters. Sla je Bijbel alsjeblieft open in hoofdstuk 13.
Het thema dat we door het boek Rechters volgen is dat de kinderen van Israël een zevenvoudige cyclus van de zonde blijven doorlopen. Van het vreugdevol dienen van God; tot verleidingen; tot het toegeven aan zonde; tot een slavernij van de zonde; tot de realisatie dat vroeger alles veel beter was; tot een compleet berouw, op hun knieën in rouwkledij en met as; en dat leidt weer naar de top van de cirkel: het vreugdevol dienen van God.
Het boek Rechters leert ons dat gehoorzaamheid en trouw de sleutels zijn tot een overvloedig leven in het Beloofde Land van onze verlossing. Nogmaals, we treden in geloof het Beloofde Land binnen. Op het moment van onze redding. Maar we bewonen dat land en leven er een overvloedig leven door gehoorzaam en trouw te zijn.
In Rechters 13, vers één, zien we dat de Israëlieten zich aan de onderkant van de cyclus bevinden. 'Weer deden de Israëlieten wat slecht is in de ogen van de HEER. Daarom leverde de HEER hen veertig jaar lang over aan de Filistijnen.'
De Filistijnen waren zeevaarders. Zij waren machtige strijders en vereerden Dagon - een beeld dat half mens en half vis was - en Astarte en soortgelijke afgoden, waarvan we al gezien hadden dat het seksgoden waren. Daarnaast vereerden zij een heel arsenaal aan andere goden. In de komende weken zullen we de Filistijnen van de begeerte bespreken.
Merk op dat de Israëlieten op dit moment al veertig jaar lang in de Filistijnse cultuur leven. Voor ons zou dat sinds de jaren '60 zijn. Het is interessant dat ook voor ons de zogenaamde seksuele revolutie rond die tijd begon.
In vers twee ontmoeten we een onvruchtbare vrouw, die getrouwd is met Manoach van de stam van Dan. De Engel van de HEER verschijnt en vertelt haar dat ze een zoon zal hebben. De zoon zal een Nazireeër zijn, apart gezet voor God. En deze dame moet er nu op letten dat zij, vanaf dit moment, een strikt dieet volgt: geen wijn, geen bier, niets dat onrein is. En deze zoon van haar zal volgens de Engel een 'begin maken met de bevrijding van Israël uit de greep van de Filistijnen'.
We kunnen hier twee zaken uit halen. Ten eerste verwijst de 'Engel van de HEER' - met hoofdletter E voor Engel en H-E-E-R of YHWH in hoofdletters - naar een verschijning van Jezus vóór Zijn incarnatie. Ik vind dat prachtig!
Als iemand in de wereld je dus vraagt of je in reïncarnatie gelooft, dan kun je dus zeggen: 'Nee, maar ik geloof wel in pre-incarnatie!' En dan kun je hen vertellen hoe Jezus in het begin al bij God en de Heilige Geest was en dat Hij de grote, creatieve Schepper is. Dat is in elk geval wat ik hen zou vertellen.
Ten tweede moeten we eens wat beter op Manoachs vrouw letten. Ze herkent Jezus blijkbaar niet op dezelfde manier als Gideon in hoofdstuk zes. Wanneer we vers 6 lezen, dan zien we hoe zij haar man vertelt dat ze werd bezocht door een man 'die er uitzag als een engel', namelijk heel ontzagwekkend. Maar haar beschrijving doet ons vermoeden dat ze slechts een vage kennis heeft van de Almachtige. Het is alsof ze, na veertig jaar onder de godsdienstigheid van de Filistijnen te hebben geleefd, wel een idee heeft dat er een God is, maar dat ze de aandrijvende kracht uit het Woord niet kent. Hoe ontzettend treurig zou het zijn als Jezus aan ons zou verschijnen en wij dat niet zouden doorhebben.
Nou, hier komt dan de les van Rechters 13. Het is Gods model voor het gezin. De HEER maakt een man en een vrouw wanneer zij trouwen tot één lichaam. EEN in de ogen van God. Heren, luister naar wat God tegen jullie vrouwen zegt. Dames, bemoedig je echtgenoot als leider in je huis. De Almachtige HEER zal tot een gehuwd stel als één lichaam spreken. Dat moet je goed begrijpen. Hij kan eerst tot het hart van één van beide spreken, maar ook dan is de boodschap voor beide bestemd en zul je er samen uit moeten zien te komen.
Zelfs in die zondige, vleselijke, wereldse cultuur, waar God vermengd werd met allerlei Filistijnse goden, heeft Manoach toch iets in zijn hart; zijn geest doet hem even stilstaan bij wat zijn vrouw hem te vertellen heeft.
Hij zegt niet: 'Ach, gekke vrouw, je hoort stemmen.' Nee, hij luistert en weegt haar woorden. Dan bidt hij en zegt: 'Mag ik u vragen, Heer, laat de godsman die u gezonden hebt toch opnieuw bij ons komen, om ons te vertellen wat we moeten doen wanneer de jongen eenmaal geboren is.' Lees dat eens goed. Manoach gelooft heel duidelijk wat er tegen zijn vrouw gezegd was, maar hij wil er nu zelf toch even naar vissen. Hij heeft een soort 'ik-geloof-het-als-ik-het-zie' geloof."
Rechters 13 - Lees deel 2!