Rechters 17 – Deel 2
QUESTION: Alles is relatief - 2ANSWER:Rechters 17 - Deel 2door pastor Nathan Shepherd (
Dive Chapel, Candle Key, Florida)
“Laten we deze diefstal eens bekijken in termen die de cultuur en de houding van Israël in die tijd en die van ons land in onze tijd weergeven. Houd je vinger even in Rechters 17 en blader dan naar het boek van Maleachi. Het is het laatste boek van het Oude Testament. In hoofdstuk 3, beginnend bij vers 8, zegt God: 'Vinden jullie dat een mens God mag bestelen? Toch bestelen jullie mij, en zeggen dan: "Hoezo bestelen we u?" Door de tienden en de heffingen achter te houden! Jullie zijn vervloekt en nogmaals vervloekt, en toch blijft het hele volk mij bestelen. Stel mij maar eens op de proef - zegt de HEER van de hemelse machten. Breng alle tienden naar mijn voorraadkamer, zodat er voedsel in mijn tempel is, en zie dan of ik niet de sluizen van de hemel voor jullie open en zegen in overvloed op jullie land laat neerdalen.'
Zie je de parallel? We moeten de mogelijkheid overwegen dat Micha's moeder niet met plezier haar tienden had gegeven, toen zij de weelde opbouwde die haar zoon later van haar zou stelen. Is het mogelijk dat een gebrek aan vreugdevol geven kan duiden op een volk slechts mondjesmaat aandacht aan de HEER besteedt? En dus ook niet door de HEER gezegend wordt?
Terug naar Rechters 17. Wat zegt zijn moeder wanneer hij bekent? 'Moge de HEER je zegenen, mijn zoon!' Wat? Geen berisping? Geen aangifte bij de politie? Dit zegt een heleboel over het ouderschap in Israël in die tijd. Het lijkt wel alsof ze allemaal een boek volgen dat door de voorouders van Dr. Benjamin Spock is geschreven.
Wanneer Micha de poen naar zijn moeder terugbrengt, zegt zij dat het geld aan de HEER was gewijd. En dus neemt ze, als 'tienden', tweehonderd sjekels - ongeveer 550.000 Euro's in onze tijd - en geeft dat aan een zilversmid die er een houten beeld mee beslaat. Een afgod dus.
In Exodus 20:4 zegt het tweede gebod: 'Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde.' Zie je hoe misleid Micha's moeder is? Zij denkt dat ze God eert, terwijl ze in feite heel duidelijk een van Zijn geboden overtreedt. Kun jij je de verwarring en chaos voorstellen als alle mensen maar doen wat goed is in hun eigen ogen? Bestaat er enige twijfel waarom de mensen om ons heen tegenwoordig zo verward zijn?
In verzen 4 en 5 brengt Micha de godenbeeldjes zijn huis binnen. Hij bouwt een heiligdom, maakt een priestergewaad en maakt nog meer afgoden. Dat waren waarschijnlijk miniatuurversies van de afgoden die zijn moeder had laten maken. Op die manier zou het gezin de afbeeldingen van deze afgoden overal mee naartoe kunnen nemen.
Oké, laten we daar eens even stoppen. Denk eens aan de afgoderij die wij in onze moderne wereld zien. Denk eens na over de dingen in onze levens die voor ons belangrijker zijn dan God. Ik zou al die mobieltjes wel
'terafim' willen noemen. Dat is Hebreeuws voor afgoden. Je kunt daar om lachen, maar het is o zo waar.
Goed, onze Mike heeft nu dus zijn eigen godsdienst verzonnen en zijn eigen kathedraal gebouwd. Hij heeft nog geen priester! En dus wijdt hij een van zonen in tot priester van het heiligdom en de godenbeeldjes.
In vers 6 vinden we, zoals eerder gezegd, het sleutelvers voor hun tijd en voor onze tijd: 'In die tijd was er geen koning in Israël; iedereen deed wat in zijn eigen ogen goed was.' En dit slaat natuurlijk ook op onze man Mike.
Dit bevat voor ons een belangrijke les. We zien hier een man die zijn eigen godsdienst heeft bedacht, zijn eigen goden heeft geschapen, zijn eigen kerk heeft gebouwd, zijn eigen priester heeft ingewijd en zijn eigen regels voor de aanbidding van die goden heeft ingesteld. Doen wij tegenwoordig precies hetzelfde met geld of kennis of seksuele immoraliteit of drugs en alcohol?
Wanneer we bij vers 7 aankomen, dan ziet het er allemaal niet zo rooskleurig uit voor Micha. Hij dacht duidelijk dat hij door al dat godsdienstig gedoe wel gezegend zou worden. Maar wanneer een jonge, rondtrekkende Leviet bij zijn huis aanklopt, grijpt hij deze gelegenheid om een geschiktere priester te krijgen met beide handen aan. En dus koopt hij de man.
Twee opmerkingen. Ten eerste was niet elke Leviet geschikt om als priester voor de Heer te dienen. Alleen de directe nakomelingen van Aaron mochten priesters worden. Andere Levieten werd opgedragen om in de Tabernakel of de Tempel te helpen. Ten tweede, als we naar vers 10 kijken, dan zien we hoe Mike deze man voor tien sjekels per jaar inhuurt, plus voeding en onderdak. De oude Statenvertaling noemt de nieuwe kleren 'order van kleederen'.
Nou, hoe veel predikanten hechten tegenwoordig te veel waarde hechten aan hun uiterlijk, aan geld of aan hun leefstijl? Nou, ik ken er een heleboel. De snelste weg naar wereldse rijkdommen is om op goede voet te staan met de rijkste mensen van je gemeente. Ik vraag je dus: hoe veel voorgangers en pastors zijn tegenwoordig gekocht door mensen die feitelijk hun eigen godsdienst opzetten?
We moeten onze aanbidding en onze studie van het Woord in deze 21e eeuw eerlijk onder de loep nemen en ze vergelijken met deze jongen Micha in het oude Israël. Enkele maanden geleden lazen we op een zondagavond de Bergrede uit hoofdstukken vijf tot en met zeven van Matteüs. We waren allemaal geschokt, omdat bijna niemand de leer van Jezus uit die passage volgt. Laat ik jullie nu vertellen dat jij, als je de geboden van de HEER niet volgt, gewoon je eigen godsdienst hebt verzonnen. Je maakt dan je eigen godenbeeldjes, je verzint je eigen regels en je huurt je eigen priesters, of het nu filmsterren zijn of rockzangers, atleten, mensen op TV of bekende predikanten. Weet je, in het boek Openbaring vinden we een gast die al deze dingen doet. Hij stelt een vervalste wereldregering in, met een bijpassende godsdienst en economie. Zijn naam is Satan en zijn priester is de valse profeet. Wauw.
Ga naar Rechters 18!